Geschreven door Vandevelde Dirk, Alexander Techniek Teacher
Inleiding
Alexander techniek verwijst naar F.M.Alexander (1869 – 1955 Tasmania – Australië), die een neuro- motorische methode ontwikkelde om zijn stemproblemen op te lossen.
Ondanks het feit dat ik al sinds 1984 een “Alexander-teacher” ben , blijft het een uitdaging om aan het brede publiek uit te leggen wat deze methode precies inhoudt. Zelfs een erudiet schrijver als Aldous Huxley, die les had van Alexander voor het behandelen van zijn “burn-out”, vond het moeilijk om duidelijk te maken wat Alexander nu eigenlijk met hem had gedaan. De ogenschijnlijk eenvoudige “behandeling” die hij kreeg hadden vergaande resultaten die Huxley in de eerste plaats verlosten van zijn burn-out maar hem bovenal een andere kijk verschaften betreffende lichaamsbewustzijn en de relatie tussen weten en handelen. Huxley verwees naar het feit dat men de methode moet “ervaren”.
Ik denk dat ik geen open deur intrap door te stellen dat het menselijk functioneren en handelen een complex gegeven is waarbij verschillende subjectieve gewaarwordingen een belangrijke rol spelen ; Denken, twijfelen, angst, percepties,gewoontes, etc…. Een beweging of handeling is dientengevolge niet alleen een fysieke bezigheid maar omvat een veelheid van gewaarwordingen.
Heeft de mens de mogelijkheid om genoeg informatie te verzamelen over al zijn handelingen via de verschillende beschikbare kanalen (onze eigen zintuigen, percepties en gewaarwordingen) ? Hebben we een soort ingebouwde intelligentie om deze informatie te begrijpen ? Kunnen we die informatie aanwenden om ons leven bij te stellen en beslissingen en keuzes te maken ? De bekende vraag over het al dan niet bezitten van een vrije wil…. In zekere zin waren dat de vragen die Alexander (als acteur) zich stelde wanneer hij geconfronteerd werd met zijn stemproblemen; Wat doe ik met mezelf dat mijn stemproblemen veroorzaakt. Wat daarna volgt was voor hem een jarenlange zoektocht naar zijn eigen gedrag tijdens het spreken; M.a.w. een ethologisch onderzoek bij zichzelf. De nobelprijswinnaar Nikolaas Tinbergen refereerde naar Alexander in zijn speech “Ethology and stress diseases” bij het aanvaarden van zijn nobelprijs voor geneeskunde en noemde het werk van F.M. Alexander een verhaal van buitengewoon opmerkingsvermogen, intelligentie en volharding en dit voor iemand die niet medisch geschoold was.
Alexandertechniek: een praktische methode
Zoals reeds vernoemd is een handeling niet alleen een fysiek gegeven maar gaat dit gepaard met een veelvoud aan gewaarwordingen. Eén van de bepalende factoren betreffende ons handelen is ons kinesthetisch bewustzijn. Dit staat voor de gewaarwordingen van de eigen bewegingen en houdingen door proprioceptie hetgeen leidt tot een vorm van motorisch geheugen, waarbij een aantal handelingen min of meer automatisch worden herhaald. Denken we maar aan bv. het zitten en opstaan.
Alexander kwam al heel vroeg tot het besef dat we ons kinesthetisch bewustzijn niet ten volle kunnen vertrouwen. “…. Het leidt in vele gevallen tot het omgekeerde van hetgeen we willen doen of denken te doen”. F.M. Alexander
Dit kinesthetisch bewustzijn ten dele heropvoeden is één van de belangrijkste doelstellingen van Alexandertechniek. Dit gebeurt aan de hand van alledaagse handelingen (zoals zitten en opstaan) via manuele begeleiding en verbale instructies van de docent. Met name de verbinding tussen de kinesthetische gewaarwording en het denken te bevorderen is één van de hoekstenen van deze methode. Alexander techniek is niet ontstaan vanuit één of andere idealistische theorie maar is ontwikkeld uit empirisch (zelf)onderzoek. Een les omvat dagelijkse handelingen zoals zitten of rechtstaan etc…. De nadruk hierbij ligt niet op hoe we de beweging moeten uitvoeren maar vooral op hoe we reageren op de impuls om te bewegen. Doel is een betere eenheid van weten en handelen te bereiken in ons dagelijks handelen via enkele principes.
De Vijf principes in Alexander Techniek
Ik gebruik hier de Engelse terminologie omdat enkele wat moeilijk vertaalbaar zijn naar het Nederlands.
Primary control : Verwijst naar de relatie tussen nek, hoofd en lichaam. Primair omdat dit
een invloed heeft op het algemeen functioneren : betreft het nu zitten, opstaan, spreken, het opheffen van een arm etc… Die relatie is dynamisch en verwijst geenszins naar een bepaalde houding. Denken we hierbij maar eens hoe moeilijk (en pijnlijk) het is om te bewegen wanneer men geconfronteerd is met een “Stijve” nek.
Inhibition : Heeft betrekking op het moment dat we -meestal onbewust – een beweging
uitvoeren. Inhibitie is in de eerste plaats een mentale controle ; nl. zijn we in staat om nee te zeggen aan een automatische handeling of beweging. Stop en denk na was het devies van Alexander.
Direction : Dit is een moeilijk te verklaren begrip. Hier ook vooral een mentale oefening.Het sturen (richting geven) van onze gedachten naar bepaalde delen van ons organisme.
Belangrijk hierbij is dat dit zuiver mentaal is en niet direct moet gepaard gaan met één of andere handeling of gewaarwording. Inhibition en Direction zijn de twee belangrijkste hoekstenen van deze onderwijsmethode.
Means Whereby : De manier waarop we tot een handeling komen, dit in tegenstelling met
het blindelings resultaatgericht handelen. Het direct handelen dat meestal berust op gewoontegedrag, dit in tegenstelling tot een meer bewust handelen dat moet aangeleerd worden en waarin inhibitie een belangrijke rol speelt.
Use : Volgens Alexander was de manier waarop we ons gebruiken bepalend voor ons
algemeen functioneren ; Use affects Functioning. Dus Use verwijst niet alleen naar hoe we een arm of been gaan bewegen maar naar de totaliteit van het organisme in de handeling of beweging. Men kan het ook omschrijven als de algemene conditie.
Enkele aformismen van F.M.Alexander
All that I am trying to give you is a new experience.
If your neck feels stiff, that is not to say your neck “is” stiff.
Change involves carrying out an activity against the habit of life.
There is no such thing as a right position, but there is such a thing as a right direction.
You can’t tell a person what to do because the thing you have to do is a sensation.
You can’t do something you don’t know, if you keep on doing what you do know.
When the time comes that you can trust your feeling, you won’t want to use it. The right thing does itself.
Met dank aanVandevelde Dirk, Alexander Techniek Teacher